Begroting 2020

Financiering

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet wordt genoemd in de uitvoeringsregeling van de wet Financiering decentrale overheden. Deze limiet stelt een grens aan de korte financiering die gemeenten hanteren voor de financiering van lopende uitgaven om tijdelijke liquiditeitstekorten op te vangen.
Een gemeente mag slechts een beperkt deel van de begroting met kort geld financieren. Een langere vastlegging van de geleende middelen zorgt voor een beter voorspelbare rentelast. Bij de huidige rentestanden is het de vraag of er wel sprake is van een risico.
De bovengrens is gesteld op een bedrag ter grootte van een percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente, met een minimum van € 300.000.

In het overzicht hieronder wordt de kasgeldlimiet in 2020 in beeld gebracht.

Kasgeldlimiet

1e
kwartaal
2020 

2e
kwartaal
2020 

3e
kwartaal
2020 

4e
kwartaal
2020

Omvang begroting (stand primaire begroting)

284,7

284,7

284,7

284,7

Grondslagpercentage

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

1

Toegestane kasgeldlimiet

24,2

24,2

24,2

24,2

Opgenomen gelden < 1 jaar

26,2

26,2

26,2

23,7

Schuld in rekening-courant

0,0

0,0

0,0

0,0

Gestorte gelden door derden < 1 jaar

0,0

0,0

0,0

0,0

Overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

0,0

0,0

0,0

0,0

2

Vlottende schuld

26,2

26,2

26,2

23,7

Contante gelden in kas

0,0

0,0

0,0

0,0

Tegoeden in rekening-courant

4,4

4,4

4,4

4,4

Overige uitstaande gelden < 1 jaar

5,5

2,0

2,0

2,0

3

Vlottende middelen

9,9

6,4

6,4

6,4

4

Toets kasgeldlimiet

Toegestane kasgeldlimiet

24,2

24,2

24,2

24,2

Totaal netto vlottende schuld

16,3

19,8

19,8

17,3

Ruimte (+)/Overschrijding (-)

7,9

4,4

4,4

6,9


De Wet Fido geeft aan dat de kasgeldlimiet niet mag worden overschreden. Indien een overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal geschiedt, dan dient de toezichthouder daarvan middels een rapportage op de hoogte te worden gebracht en dient een plan te worden overgelegd waarin is vermeld hoe de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. Het geheel is aan goedkeuring onderworpen. Om te voorkomen dat in het derde kwartaal de kasgeldlimiet ook wordt overschreden wordt in het eerste of tweede kwartaal geanticipeerd op het teniet doen van de overschrijding door het aantrekken van langlopende leningen. Indien de overschrijding het gevolg is van incidentele wijzigingen in de inkomsten en uitgaven, bijvoorbeeld met betrekking tot de grondexploitaties kan aan de toezichthouder een ontheffing worden gevraagd.