Naast de loon- en prijsstijging 2020 en de vastgestelde begrotingswijzigingen, kennen de financiële verschillen 2020-2023 op dit thema de volgende achtergrond.

• Vanaf 2019 is de daling van de aanvraag van vernieuwing van het (reis)document zichtbaar in de begroting. De zogenaamde 'paspoortdip' is het gevolg van de verlenging van de geldigheidsduur van de paspoorten en de Nederlandse identiteitskaarten voor personen van 18 jaar en ouder. Vanaf 2019 zijn de legesinkomsten (baten) en de afdracht van de inkomsten aan het Rijk (lasten) als gevolg hiervan substantieel lager in de begroting geraamd.  Naast de paspoortdip zien we in het jaar 2022 en met name in het jaar 2023 een daling in de aanvragen rijbewijzen. Ook hier is door verlenging van de geldigheidsduur (in het jaar 1986) nog steeds sprake van een golfbeweging. De prognoses zijn gebaseerd op de huidige informatie uit de basisregistratie persoonsgegevens. Hoe verder in de tijd hoe lastiger het is om een juiste prognose te maken. De aantallen zijn namelijk ook afhankelijk van verhuismutaties, vermissingen van documenten en de daadwerkelijke aanvraag (eveneens afhankelijk van economische ontwikkeling).
• Het budget voor verkiezingen is in de begroting 2019 hoger dan de raming voor 2020 en verder. Het budget in 2019 is gebaseerd op twee verkiezingen (Provinciale staten en het waterschap en het Europees parlement). Volgens de verkiezingskalender zijn er in 2020 geen verkiezingen en in 2021 tot en met 2023 wordt jaarlijks één verkiezing verwacht. Het budget voor verkiezingen is in de begroting gebaseerd op het aantal verwachte verkiezingen per jaar.
•  Binnen dit thema wordt ingezet op doorontwikkeling van de digitale dienstverlening en slimme inzet van ICT toepassingen.  De financiële gevolgen vanuit het rapport "De Toekomst van Burgerzaken" zijn in dit thema verwerkt in de begroting. Door overheveling van budget van 2018 naar 2019 is het budget in 2019 circa € 200.000 hoger dan de begroting in 2020.