Naast de loon- en prijsstijging 2020 en de vastgestelde begrotingswijzigingen kennen de financiële verschillen 2020-2023 op dit thema de volgende achtergrond.

• De middelen voor huishoudelijke hulp zijn in de begroting 2020 circa € 380.000 hoger dan de begroting 2019. Deze verhoging wordt deels verklaard door de verwachte aanzuigende werking als gevolg van de invoering van het abonnementstarief en voor een deel door het verhoogde uurtarief dat per 15 juli 2019 is vastgesteld. In de begroting 2020 is structureel een bedrag van € 180.000 geraamd voor de aanzuigende werking gebaseerd op een toename van 5%.  
• Voor LVB (licht verstandelijk beperkt) is in de begroting 2019 nog een apart budget geraamd ad € 200.000. Dit bedrag is vanuit het gemeentefonds, middels een circulaire, apart geraamd. LVB leek een nieuwe taak, maar is in Nissewaard geïntegreerd in alle reguliere dienstverlening. Dit bedrag is daarom vanaf de begroting 2020 niet apart geraamd. De vrijgevallen middelen zijn ten gunste gekomen van de stelpost sociaal domein binnen het thema Thuis in de Wijk.
• Met ingang van 1 januari 2020 treedt de wet verplichte GGZ in werking. Voor de gemeentelijke taken en bijbehorende kosten die volgen uit deze wet is in het bestuurlijk overleg van 6 mei 2019 afgesproken om met ingang van 2020 structureel € 20 miljoen toe te voegen aan het gemeentefonds. Voor de gemeente Nissewaard betekent dit een bedrag ad € 108.000 in 2020 oplopend naar € 114.000 in 2023.
• Voor de uitvoeringskosten van het dynamisch selectiesysteem is vanaf 2020 per jaar € 203.000 minder aan lasten geraamd. Wanneer vanaf 1 januari 2020 GWS Suite wordt gebruikt voor de Wmo, kan worden bespaard op de kosten die zijn geraamd voor de uitvoeringskosten door Stipter. Op dit moment wordt het proces administratie Wmo zonder Stipter uitgewerkt met een inschatting van de personele en financiële gevolgen.
• De middelen voor huiselijk geweld (decentralisatie-uitkering vrouwenopvang) zijn in de begroting 2019 bijna € 230.000 hoger dan in de begroting 2020. Deze verhoging wordt grotendeels verklaard uit een overheveling van middelen 2018 naar de begroting 2019.